Afgelopen vrijdag was de zeer plechtige opening van de tentoonstelling Made in China. Het MOA heeft een aantal fantastische stukken uit de Qing dynastie met verschillende werken van Armando samengebracht voor de tentoonstelling. Maar of dat ook werkt?
Door Marijke Phoa
Made in China – Armando & Masterpieces from the Qing Dynastie
23 sep 2017 – 18 mrt 2018
Museum Oud Amelisweerd
Afgelopen vrijdag was de zeer plechtige opening van de tentoonstelling Made in China. Museum Oud Amelisweerd (MOA) heeft, samen met hun zustermuseum in Guangdong, een tentoonstelling samengesteld van werken van Armando en verschillende Chinese meesterwerken die (deels) bedoeld waren voor de export naar Europa. In de achttiende eeuw waren Europeanen namelijk zodanig fan van alles wat ook maar (stereotypisch) Chinees leek, dat zelfs Europese kunstenaars werk maakten dat moest lijken alsof het uit China kwam. In het landhuis waar het MOA gevestigd is, hangt nog Chinees behang uit deze periode.
Voor de opening waren verschillende afgezanten uit China overgekomen. Chen Ribiao, Ministre-Conseiller van de Volksrepubliek China in Nederland en Bin He, hoofd afdeling Bestuursorgaan Cultureel Erfgoed Guangdong. Met zo’n delegatie kan je als middelgroot museum in Bunnik natuurlijk niet achterblijven, dus werden wethouder Cultuur van de gemeente Utrecht Kees Diepeveen en Gedeputeerde Statenlid Mariëtte Pennarts-Pouw van stal gehaald voor toespraken. Dat dan weer wel bovenop de toespraken van de voorzitter van het bestuur, de directrice en de curator. Het was dus een flinke zit (lees anderhalf uur) voordat iemand ook maar een voet in het museum kon zetten.
Eenmaal binnen waren er op de eerste verdieping verschillende objecten te zien uit China, een kamerscherm met prachtige gouden afbeeldingen, een zijden laken, een aantal waaiers en wat servies. Boven in het landhuis waren in de kamers steeds één of twee Chinese werken tegenover het werk van Armando gehangen.
Armando’s werk zit in de vaste collectie van het MOA, waardoor bijna alle tentoonstellingen met zijn werken gecombineerd worden. Tenminste, zat in de vaste collectie. De langdurige bruikleen (sinds 2007) van de ruim duizend werken van Armando is afgelopen april opgeheven, per maart 2018 hoopt de Armando stichting de collectie ergens anders onder te brengen. Misschien is dat maar beter ook. Dat helpt het MOA aan wat creatieve vrijheid wat betreft hun tentoonstellingen. Want hoewel, ja Armando ook verticale landschappen maakt zoals Chinese kunstenaars, en ja ook daar de rol van de mens nietig is, is het wel een beetje vergezocht wat de link moet zijn tussen Armando’s werk en Chinese kunst uit de Qing dynastie. Een kritische tentoonstelling over de westerse fascinatie voor Chinese kunst (Chinoiserie) met een overzicht van Chinese kunst bedoeld voor de export en bedoeld voor het thuisland zou misschien betekenisvoller zijn.
Daarbij kwam ook dat hoewel moderne kunstwerken heel vaak heel goed samen kunnen met klassieke werken, de grove werken van Armando soms te dominant waren in combinatie met de verfijnde landschappen. Waar Chinese landschappen vaak ten doel diende voor meditatieve concentratiepunten, zijn de werken van Armando eerder landschappen die overdonderen met wilde dikke penseelstreken en een zware laag verf. Het interieur van Oud Amelisweerd compenseert gelukkig wel het één en ander. Het straat rust uit, het licht is zacht en er is genoeg ruimte voor alle werken om los van elkaar te bekijken zijn. En dan is het een erg prettige afwisseling van al het fijne en verfijnde af en toe wat wilds te zien.