De Zuid-Afrikaanse kunstenaar en regisseur William Kentridge vertoont in het EYE filmmuseum meerdere filminstallaties, maar ook de rekwisieten en tekeningen die gebruikt zijn bij het maken van de werken. Speciaal voor de tentoonstelling maakte Kentridge een nieuw werk.
Door Marijke Phoa
William Kentridge – If we ever get to heaven
25 apr 2015 – 30 aug 2015
EYE Filmmuseum
De Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge heeft speciaal voor het EYE filmmuseum het werk More Sweetly Play the Dance (2015) gemaakt. Dit is een filminstallatie van ruim 45 meter dat als een slang door de grote zaal van het museum kronkelt. Op de filminstallatie is te zien hoe mensen langzaam voorbij lopen in een optocht. Kentridge zegt gefascineerd te zijn door de rouwstoet, en heeft dit dan ook gebruikt als thema in zijn film. De deelnemers aan de stoet dragen een silhouet van koppen of van andere objecten met zich mee op een stok.
Foto: EYE filmmuseum
De attributen zijn gemaakt van karton en simpelweg zwart gespoten, en versterken het schaduwpoppenspel dat Kentridge gecreëerd heeft met dit werk. Toch is het niet geheel een schaduwspel, er zijn hier en daar hints van kleur te zien in de kleding van de acteurs. Ondertussen schalt er uit de luidsprekers in de zaal gejammer, muziek en geroezemoes.
Foto: EYE filmmuseum
In een andere grote zaal is nog een filminstallatie te zien. I Am Not Me, the Horse Is Not Mine (2008) is een vertolking van het boek De neus van de Russische schrijver Nikolaj Gogol uit 1836. Het verhaal gaat over een man wiens neus is weggelopen. Wanneer hij hem eindelijk vind is de Neus zonder hem in rang gestegen en wil zich niet meer aan het gezicht voegen. Verschillende elementen in het verhaal worden geïllustreerd door Kentridge door middel van live-action, animatie, archiefmateriaal en stop-motion animatiebeelden verdeeld over acht schermen.
In nog een andere zaal komt het animatietalent van Kentridge nog meer naar voren. In Other Faces (2011) heeft Kentridge een animatiefilm gecreëerd door middel van houtskooltekeningen. Daarbij gebruikt hij voor één shot hetzelfde vel, waardoor hij dus stukken uit moet gummen en opnieuw tekent om een beweging te suggereren. Het leuke aan houtskool en Kentridges techniek is dat daardoor een deel van de voorgaande positie nog te zien is en de houtskool uit zichzelf lijkt te bewegen.