Show me the Monet

Ah, de waterlelies van Monet, bekende koek dachten wij. Tot wij de werken zagen in het Kunstmuseum Den Haag. We kwamen er achter dat we Monet nog nooit gezien hebben, nog nooit écht gezien hebben, tot nu toe dus.

Monet
12 okt 2019 – 02 feb 2020
Kunstmuseum Den Haag

Door: Marijke Phoa

Ik probeer mij te herinneren wanneer ik voor het eerst de waterlelies van Claude Monet heb gezien. De replica’s in kunstgeschiedenisboeken? Op ansichtkaarten? Of misschien in de film Titanic (1997), waarin deze nog een keer dramatisch in beeld wordt gebracht terwijl het schip aan het zinken is en het werk al een meter onder water ligt. In ieder geval zou ik op de vraag ‘hoe vaak heb je de waterlelies al gezien’ kunnen beantwoorden met: vaak genoeg. 

Maar ik heb ze nooit eerder gezien, echt gezien, dan eind vorig jaar. In 2019 heb ik maar liefst twee keer een tentoonstelling bezocht met werken van Monet, wat een luxe. Want als je ze in het écht ziet, kan je de vraag van eerder alléén maar beantwoorden met: nog nooit. Als je ze in het echt ziet, dan verandert het plaatje ‘waterlelies’ in een echte vijver, waar er een schittering op het water ligt en – als je goed tuurt – wat van de beplanting onder het oppervlakte waarneemt.

Mijn eerste keer “voor het echie” was in een briljante museumzaal ontworpen door Tadao Ando.

De Japanse architect ontwierp speciaal voor 5 werken een zaal in het Chichu Museum op het Japanse eiland Naoshima. De enige belichting in de ruimte komt van daglicht dat via een dunne strook op het plafond komt. De hele zaal ademt wanneer het zonlicht aanzwelt en afneemt door voorbijgaande wolken. En daar stond ik dan, met maximaal 15 anderen (het museum laat maar een beperkt aantal mensen per keer toe), op een zonnige dag naar een levende vijver te kijken, in het schilderij van Monet.

Iets dichterbij huis kan nu iedereen mijn tweede ervaring evenaren. In het Kunstmuseum Den Haag is een zeer sterk overzicht te zien van Monets obsessie met zijn achtertuin, en dus de waterlelies. Hier zie je hoe de kunstenaar eerst vooral de lelies naschildert, het lichtval vangt, de vormen volgt. Maar dan zie je zijn blik verder gaan. Het wordt een registratie van kleuren – intens rijke kleuren -, van licht/donker, tot uiteindelijk je bijna een abstract schilderij ziet. 

Ga ze dus zien, écht zien, die schilderijen. 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *